Voor zover ik me kan herinneren is mijn liefde voor muziek nogal stoer begonnen.
Op elfjarige leeftijd had ik mijn eerste cassette van Guns 'n Roses, een copie wel te verstaan.
De verklaring hiervoor is niet ver te zoeken: Om te beginnen luisterde mijn zus naar die wilde mannen. Ik weet nog dat ze perse een cassette wou van Guns 'n Roses maar dat ons moeder daar geheel niet mee akkoord ging daar de hoes van betreffende cassette en het bijhorende lyricboekje rijkelijk versierd waren met doodskoppen en blote borsten, wapens en mannen met tatoeages.
Uiteindelijk kreeg mijn zus toch haar zin dankzij de gulheid van onze progressieve tante en werd het dansen en springen geblazen op die handel.
Een andere verklaring zou kunnen zijn dat ik geruime tijd verliefd geweest ben op Slash en diens hoge myserieuzse hoed.
Mijn eerste single was er één van The Offspring, Self Esteem. Waarom? Ik weet het eigenlijk niet.
Green Day was de eerste groep die mijn CD rek vulde, maar waar ik heel vroeger helemaal in de ban van was, dat waren die twee van Milli Vanilli!(zie foto)
Mijn wereld verging dan ook een beetje toen ik vernam dat het duo eigenlijk niet meer dan playbackers van dienst waren en dat de teksten niet door hen zelf ingezongen werden.
Heden ten dagen kan ik genieten van de stomste meezinger, franse chansons, melige meejankers, noem het op, maar over het algemeen zweer ik bij klassiekers als The Doors en
Bowie. Ook Ray Charles en Otis Redding zal ik nooit ofte nimmer moe worden.
Bij gebrek aan blogmakkers geef ik dit stokje door aan al wie zijn eerste muziekaankoopjes wenst mee te delen. (Ben wel benieuwd naar Klaas en Carmen!)